“Afgelopen zaterdag keek ik naar de training in F1 en zag ik dat het mis ging met Max Verstappen. Je hebt een heel mooie auto, je kunt prima rijden in die auto, maar je hebt wel een team achter je staan. Een team dat relevante data verzamelt en aanreikt. Al die data is nodig om Max te laten winnen. Dat hebben wij, hulpverlenende instanties, ook nodig.” Met deze woorden trapte Jan Waals, directeur Gezamenlijke Brandweer, het event af.
Datakwaliteit
Allereerst kwam aan bod waar MIC zich het afgelopen jaar mee bezig heeft gehouden. MIC Oekraïne & Opvang maakt daar een groot deel van uit. MIC kreeg in maart de opdracht een bijdrage te leveren aan de beheersing van de Oekraïnecrisis, waaronder vluchtelingenplaatsing. Waar MIC tegenaan liep? Het waarborgen van datakwaliteit. In dit geval data over opvanglocaties, aantal beschikbare plaatsen en aantal bezette plaatsen per locatie. Hoe zorg je ervoor dat je accurate gegevens aangeleverd krijgt en verstrekt? Emil van Schie, projectleider MIC Oekraïne & Opvang, daagde de zaal uit hierover na te denken.
Dat leverde waardevolle inzichten op. De mensen die belast worden met het bijhouden en aanleveren van gegevens zijn meestal bij een incident of crisis betrokken vanuit sociaal-maatschappelijk motief, merkte OvD Bevolkingszorg Paul Brinkman terecht op. Dat geldt niet alleen voor medewerkers op opvanglocaties, maar ook voor brandweer-, ambulance- en politiemensen. Die hebben gekozen voor mensen helpen, niet voor data bijhouden. Waarom is die juistheid van gegevens zo belangrijk en waarom worden die gegevens überhaupt bijgehouden? Hoe gaan die gegevens mensen helpen? Dat moet kraakhelder zijn voor degenen die gegevens moeten bijhouden en aanleveren.
Menselijke factor
In het tweede deel van het event stond de toekomstvisie van MIC centraal. Het doel is de juiste informatie op het juiste moment in de juiste proportie bij de juiste functionaris te krijgen. Om dat te realiseren zet MIC in op drie ontwikkelingen: data, dashboards en een ‘brein’ dat die twee met elkaar verbindt. Dat brein bestaat uit AI modellen die op basis van historische data en de huidige situatie bijvoorbeeld de kans voorspellen dat er opgeschaald moet worden of de kans dat een incident een GRIP-incident wordt. Op basis daarvan kan sneller worden ingeschat welke inzet nodig is om het incident te bestrijden. Recent is een eerste testmodel opgezet omtrent meteogegevens.
Projectleider MIC Henry Oudshoorn legde onder meer de stelling “Kunstmatige intelligentie kan beter inschattingen maken bij een incident of crisis dan mensen” aan de bezoekers voor. De verwachting was dat deze stelling veel weerstand op zou roepen, maar dat viel verrassend genoeg mee. Bijna iedereen was het met Robbert Heinecke, operationeel manager Team Digitale Verkenning en architect van MIC’s spreidingstool, eens dat AI beslissingsondersteunend moet zijn en niet zelf beslissingen moet nemen.
Maar velen stonden open voor het idee dat de menselijke factor op sommige gebieden beperkt gaat worden door AI. Zo dacht beleidsadviseur crisisbeheersing Marcel van Vugt dat AI ons gaat helpen bij de stap van data naar intelligence. Die stap vereist immers veel kennis en een computer heeft op een gegeven moment een veel groter arsenaal van beschikbare kennis dan mensen ooit kunnen hebben. Algemeen commandant Bevolkingszorg en bevelvoerder Mark Peeters voegde toe: “Het helpt ook dat een computer geen rugzakje heeft. Een computer heeft geen last van zijn geheugen. Of dat moet kapot zijn…”
SAFE 3D en Team Digitale Verkenning
“Stel je voor dat je een digitale tweeling van jouw hele lichaam kunt maken”, wist kennisregisseur Maurice de Beer de aandacht van bezoekers in de pauze vast te houden. Met behulp van digitale tweelingen en Artificial Intelligence kun je voorspellen of en wanneer zich bepaalde gezondheidsproblemen gaan voordoen, bijvoorbeeld met je hart. Dat roept de vraag op: wat zou je allemaal kunnen doen met een digitale tweeling van een gebouw, of zelfs een hele stad? Daar is Maurice voor SAFE 3D mee bezig: een digitale driedimensionale tweeling van Rotterdam inzetten voor een veiligere leef- en werkomgeving.
Buiten stonden de onbemande systemen van Team Digitale Verkenning klaar. Helaas was Fikkie de robothond bij de dierenarts, maar zowel de indoor als outdoor drone, de onderwaterdrone en Brutus I waren van de partij. Na een kleine aarzeling lieten sommigen zich het besturingssysteem van Brutus omhangen en brachten het gevaarte voorzichtig in beweging. Vooruitrijcamera, achteruitrijcamera, warmtebeeldcamera, RGB camera, pinhole camera waarmee bijvoorbeeld gasdetectieapparatuur uitgelezen kan worden… Al snel werd hen duidelijk wat een schat aan informatie ze in handen hadden en hoe dit hulpverleners bij incidenten kan helpen. En zo’n robot besturen is gewoon gaaf!