Blog

Omgeving in beeld: nutsvoorzieningen, gevaarlijke stoffen en objecten

Snelle en effectieve bestrijding van incidenten en crises vereist dat hulpverleners een goed beeld hebben van de omgeving waarin zij opereren. Zo kunnen zij zich beter voorbereiden, anticiperen op mogelijke bijkomende risico’s en veiliger actie ondernemen. Maar hoe zorg je voor zo’n compleet mogelijk omgevingsbeeld? Helemaal als omgevingsinformatie verspreid is over verschillende instanties?

Verwachte leestijd: 6 minuten

omgevingsbeeld

Incidenten en crises vergen vaak samenwerking tussen verschillende partijen. Deze partijen hebben individueel hun informatievoorziening goed op orde en werken op hoog niveau. Maar informatiedeling tussen disciplines gebeurt nog te weinig. Hierdoor komt belangrijke informatie soms niet op de juiste manier bij de juiste functionaris terecht. Met onveilige situaties, onnodige schade en tijdverlies tot gevolg.

MIC heeft tot doel informatiedeling tussen partners op een veilige manier te faciliteren en te bevorderen. Hoe? We gaan de samenwerking aan met partijen die relevante informatie voor (andere) hulpdiensten en crisispartners tot hun beschikking hebben. De gedeelde informatie presenteren we overzichtelijk aan de functionaris voor wie dit relevant is. Zo komen hulpverleners minder vaak voor verrassingen te staan en kunnen zij hun werk sneller, effectiever en veiliger uitvoeren.

Wat betekent dat concreet? MIC werkt al enige tijd aan een actueel en dynamisch veiligheids- en omgevingsbeeld, dat getoond wordt in het MIC-dashboard. Als hulpverlener wil je weten wat je kunt verwachten op de plaats van het incident waar je naartoe gaat. Maar je wil óók gealarmeerd worden wanneer gevaarlijke situaties dreigen te ontstaan, zodat je daarop kunt anticiperen. Door middel van het omgevingsbeeld kan MIC hulpdiensten vroegtijdig alarmeren en voorzien van de juiste informatie tijdens incidenten en crises.

De informatie die in het omgevingsbeeld samenkomt is heel breed, omdat MIC hulpverleners een zo compleet en accuraat mogelijk beeld van de situatie wil geven. Maar we kunnen natuurlijk niet alles tegelijk. Daarom ligt onze focus de komende periode op 1) informatie over de uitval van nutsvoorzieningen, 2) informatie over gevaarlijke stoffen, en 3) objectinformatie.

Nutsvoorzieningen

Nutsvoorzieningen omvatten elektriciteit, gas, drinkwater, en internet en telefonie. Deze voorzieningen zijn cruciaal voor het functioneren van de maatschappij. Daarom is het belangrijk uitval van deze voorzieningen vroegtijdig te signaleren. Hoe eerder dat gebeurt, hoe sneller hulpdiensten kunnen acteren. Maar in de praktijk kan het lang duren voordat hulpdiensten actie kunnen ondernemen bij de uitval van nutsvoorzieningen.

Neem stroomstoringen. Bij grotere storingen wordt de veiligheidsregio gealarmeerd om het getroffen gebied in kaart te brengen en uit te zoeken of er bijzondere objecten in dat gebied liggen. Dat zijn in dit geval objecten die sterk afhankelijk zijn van stroom, zoals winkelcentra en ziekenhuizen. Als overdag de stroom uitvalt in een winkelcentrum, dan vallen de beveiligingsmiddelen en kassa’s ook uit. De politie wil dan snel aanwezig zijn om eventuele plunderingen te voorkomen. Stroomuitval in ziekenhuizen kan levensgevaarlijk zijn voor patiënten die voor ademhaling of mediatie afhankelijk zijn van stroom. Soms kan beademing met een noodstroomvoorziening slechts 30 minuten aanhouden. Als hulpdiensten daar tijdig van op de hoogte zijn kunnen ambulances daarop anticiperen. Maar de veiligheidsregio krijgt vaak pas na 15 à 20 minuten te horen dat er sprake is van een stroomstoring. Vervolgens moet de veiligheidsregio nog in kaart brengen of er bijzondere objecten in het getroffen gebied liggen. Daardoor kan het wel 40 minuten duren voordat hulpdiensten zoals politie en ambulance daadwerkelijk veiligheidsmaatregelen kunnen treffen.

Hoe kunnen we hulpdiensten nu sneller inzetten bij grotere stroomstoringen? MIC wil bijzondere objecten geautomatiseerd in kaart brengen zodra de geografische omvang van een stroomstoring bekend is. We zijn in gesprek met netbeheerder Stedin om te kijken of een rechtstreekse datakoppeling tussen Stedin en MIC mogelijk is. Als we snel gestandaardiseerde informatie van Stedin kunnen ontvangen, dan kunnen hulpdiensten sneller en effectiever ingezet worden tijdens stroomstoringen.

IBGS

Als zich een incident voordoet wil je als hulpverlener weten of daar gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn en of er gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in de directe omgeving. Zo kun je risico’s beter inschatten, en dus sneller en veiliger optreden. Bijvoorbeeld door op voorhand de juiste beschermende kleding aan te trekken. Bij incidenten met gevaarlijke stoffen is echter niet altijd meteen te achterhalen om welke gevaarlijke stoffen het gaat, waardoor je als hulpverlener veel tijd kunt verliezen met het uitzoeken daarvan.

incidentbestrijding gevaarlijke stoffen

Stel dat er een schip met 200 containers tegen de Erasmusbrug aanbotst. Er vallen containers af en een paar containers scheuren open. Hoe snel kun je dan als hulpverlener aan informatie over de inhoud van die containers komen? Laten we zeggen dat de melding van dit incident op de Erasmusbrug gemaakt wordt. Vervolgens kiest de brandweer een van de kades uit om te gaan staan. De Officier van Dienst en de bevelvoerder gaan aan boord van het schip, want van de kapitein kunnen ze papieren krijgen over de ladinggegevens van het schip. Dan blijkt dat ze niet begrijpen wat er precies in die papieren staat omdat ze op niet genoeg onderlegd zijn op het gebied van scheepvaart. Daarop wordt een scheepvaartspecialist gealarmeerd die de ladinggegevens in de papieren moet ontcijferen. Voordat hulpdiensten serieus aan de slag kunnen zijn er 30 tot 45 minuten verstreken.

De oplossing? Als je op basis van de naam of het identificatienummer van het schip de lading meteen kunt achterhalen, dan levert dat significante tijdswinst op. Hulpdiensten hebben die informatie niet, maar de ladinggegevens van transport met gevaarlijke stoffen worden wel door andere partijen geregistreerd. MIC wil graag datakoppelingen met deze partijen realiseren, waarbij we die data enkel kunnen inzien ten tijde van een incident. Daardoor kunnen we informatie over gevaarlijke stoffen compleet en overzichtelijk aan hulpdiensten aanbieden, zodat zij sneller en effectiever kunnen optreden.

Objectinformatie

In het voorbeeld van de stroomstoring zagen we al hoe belangrijk het is te weten waar bijzondere objecten liggen en wat de kenmerken van deze objecten zijn. Maar ook in vele andere situaties is objectinformatie cruciaal voor hulpverleners om snel, effectief en veilig te handelen. Bijvoorbeeld bij gebouwbranden, maar ook tijdens waterongevallen. Objectinformatie is echter verspreid over vele verschillende instanties, waardoor hulpverleners op verschillende plaatsen moeten zoeken naar informatie en daar veel tijd mee kwijt zijn.

incidentbestrijding

Elk object heeft een combinatie van een X- en Y-coördinaat. Als er een waterongeval plaatsvindt, dan kan het object het het water op de XY-locatie van het ongeval zijn. Als hulpverlener wil je alle informatie over die locatie: de diepte, de temperatuur, de stromingsrichting en -snelheid van het water. Maar ook of er scheepsvaart in de buurt is, wat voor kade er aanwezig is, en of er objecten in het water liggen die gevaarlijk zijn voor duikers, wat de bereikbaarheid is, zitten er bijzondere steigers, in- of uitlaten van bedrijven, bruggen die open en dicht kunnen? Alle bijzonderheden in een straal van 200 à 300 meter van de XY-locatie wil je weten. Op dit moment kost dat hulpverleners bij het ter plaatse komen nog enige minuten tijd omdat zij informatie vaak bij verschillende bronnen moeten ophalen.

Om hulpdiensten te ondersteunen bij incidenten wil MIC object- en omgevingsinformatie centraal en zo compleet mogelijk aanbieden. Als hulpverlener wil je niet in tig verschillende systemen moeten zoeken naar informatie die nodig is voor de bestrijding van het incident waar je naartoe gaat. Dat kost simpelweg te veel tijd, en belemmert je in het nemen van goed onderbouwde beslissingen. Door object- en omgevingsinformatie geautomatiseerd op een centrale plaats aan te bieden verliezen hulpverleners minder tijd met het doorzoeken van verschillende systemen. Daardoor kunnen zij onderweg naar het incident al een Taak Risico Analyse uitvoeren.

Denk mee!

Wat denk jij van deze onderwerpen? Heb je ideeën, opmerkingen, kritiek, suggesties? Waar moeten wij aan denken, willen we onze doelen verwezenlijken en hulpdiensten op een waardevolle manier kunnen ondersteunen? We zijn heel benieuwd naar jouw opvattingen. Laat ons weten wat je vindt door te mailen naar info@micnl.nl of het contactformulier op deze website in te vullen!

 

Deel dit artikel

Deze website maakt gebruik van cookies
We gebruiken cookies voor de werking van deze website, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Pas hieronder je voorkeuren aan en klik vervolgens op OK om akkoord te gaan met deze cookies.

Cookie settings