Nieuws

Pilot MIC-dashboard van start

Het project Multi Intelligence Center (MIC) is volop in ontwikkeling. Doel van het project is het opzetten van een gemeenschappelijke informatievoorziening voor hulpdiensten en organisaties in incident- en crisisbestrijding op landelijk niveau.  Zo’n proces gaat natuurlijk niet over één nacht ijs. Met een gefaseerde aanpak zal MIC stukje bij beetje tot stand komen. Met de eerste pilot van het dashboard- en notificatiesysteem is de eerste grote stap gezet. De verwachting is dat het systeem na een testfase van drie maanden rond mei 2022 operationeel kan worden ingezet. In een vraag-antwoordgesprek licht Henry Oudshoorn, projectleider MIC, de ontwikkeling rondom het systeem toe.

Verwachte leestijd: 5 minuten

Notificatiedashboard

Wat houdt het ‘MIC-dashboard’ precies in?

Het dashboard is een systeem met zowel een dashboard- als een notificatiefunctie. Als dashboard is het systeem in staat om data te monitoren en informatie te tonen. Als gebruiker kun je er precies mee achterhalen wat er op dat moment speelt in de regio. Via doorklikken kun je detailinformatie opvragen. Maar de belangrijkste eigenschap van het systeem is het notificatiedeel: op het moment dat er een grenswaarde in de data wordt overschreden, krijgt de functionaris voor wie dit van belang is automatisch een notificatie; dat kan een sms, een pop-up, een e-mail of een alarmering zijn. Een melding in de trant van: ‘Let op, dit is belangrijk voor jou om te weten, want daar kan of moet jij vanuit jouw functie iets mee doen!’. Dit notificatiesysteem is daarmee een eerste onderdeel van het uiteindelijke Multi Intelligence Center.

Hoe wordt bepaald wat relevant is voor een bepaalde functionaris?

De grenswaardes van verschillende informatiestromen zijn per functiegroep te bepalen en worden vooraf ingesteld; zo ontvangt iedereen de juiste informatie op het juiste moment. Zo’n functiegroep als geheel bepaalt zelf wat voor hen relevant is. Bij het instellen van het systeem bevragen we de gebruikers binnen zo’n specifieke groep met vragen als ‘wat wil je precies zien?’, ‘waar ben je mee geholpen?’ en ‘wat zijn jouw wensen?’. Die informatie zetten wij om in gebruikerswensen en -eisen en op basis daarvan richten wij per functiegroep in. Daarnaast zijn er natuurlijk ook zaken vastgelegd in regelgeving en planvorming, wat we meenemen bij de inrichting. Bovendien werken we met een ‘rechtensysteem’, waarbij je als functionaris alleen datgene te zien krijgt waar je recht op hebt binnen jouw functiegroep.

Het dashboard is per januari 2022 actief als pilot in een testfase. Hoe ziet dit eruit?

Dat betekent dat het systeem getest wordt onder een kleine groep gebruikers binnen een bepaalde functiegroep: op dit moment de functiegroep ‘calamiteiten coördinatoren’ op de meldkamer Rotterdam. Dat testen gebeurt in de praktijk – men gaat er meteen mee aan de slag. Het is een duidelijk proces waarin we eerst binnen de functiegroep achterhalen welke informatie men wil verkrijgen en bij welke grenswaardes notificaties gewenst zijn. Vervolgens realiseren we dit in het dashboard en activeren we de notificaties. Daarbij gaan de testpersonen actief in de praktijk aan de slag met het systeem en zullen zij wekelijks terugkoppelen aan ons waar verbeterpunten liggen of welke nieuwe wensen er tijdens het gebruik ontstaan. Die punten passen wij gaandeweg de testfase direct in het systeem aan; we ontwikkelen dus door tijdens de testfase. De verwachting is dat het systeem na een maand of twee à drie klaar is voor operationeel gebruik. Dan kan deze functiegroep er in de praktijk zelfstandig mee aan de slag gaan. Wij zetten dan weer een testfase in voor volgende functiegroepen en zo rollen we het notificatiesysteem steeds verder uit. Per functiegroep zal de testfase een maand of drie in beslag nemen.

Dus rond mei kunnen alle calamiteiten coördinatoren werken met dit notificatiesysteem?

Ja, alle calamiteiten coördinatoren op de meldkamer Rotterdam, binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid kunnen er dan actief mee aan de slag. Uiteraard blijven we ook dan uitbreiden in databronnen – we hebben al veel informatie beschikbaar maar er liggen ook nog veel kansen. We willen dan ook met zoveel mogelijk partijen de samenwerking aangaan, om nog meer data binnen te krijgen. Daarover zijn wij in gesprek om te bekijken onder welke voorwaarden we dat kunnen doen. Dit is een proces wat steeds in ontwikkeling blijft.

Het doel is om dit notificatiesysteem binnen de regio Rotterdam zo veelzijdig mogelijk te krijgen qua functiegroepen en informatievoorziening, zodat het systeem helemaal volstaat voor dit gebied. Dan kunnen we volgend jaar uitbreiden naar o.a. meldkamers in andere regio’s die daar interesse in hebben. We hopen uiteindelijk landelijk van meerwaarde te kunnen zijn.

Je zei dat dit notificatiesysteem een eerste onderdeel is van het complete Multi Intelligence Center. Wat komt er nog meer?

Met MIC spelen we in op vier pijlers in verschillende fases. Het notificatiesysteem is gericht op de eerste fase, namelijk: het automatiseren van datastromen. Een intelligent systeem waarbij tijdens het gebruik ervan geen menselijke activiteit aan te pas komt. Maar met MIC gaan we uiteindelijk voor meer. In fase twee gaat het om het snel duiden en doorzetten van informatie middels menselijk handelen, in een fysiek intelligence center; met informatiemanagers die actuele data binnenhalen, analyseren en vervolgens doorzetten naar functionarissen (of zenden naar het notificatiesysteem). In fase drie draait het om analyses en planvorming bij incidenten die gaande zijn en bijvoorbeeld al een half uur lopen. Informatiemanagers zoeken uit wat er al bekend is over het object of de situatie, welke vergelijkbare situaties er zijn voorgevallen waarvan we kunnen leren en welke adviezen daaruit voortkomen. In fase vier gaat het om de resteffecten van een incident, waarbij onderzocht wordt of partijen moeten worden geïnformeerd, of dat bijvoorbeeld adviezen aan gemeentes kunnen worden uitgebracht. Bijvoorbeeld dat er op korte termijn een bewonersbijeenkomst nodig is om iedereen z’n verhaal te laten doen en goede nazorg te geven. Dus zelfs in die fase willen we een rol spelen en alert zijn. Er is dus nog een hoop in ontwikkeling. Maar we zijn trots dat we nu actief met fase een bezig zijn. To be continued!

 

 

 

Deel dit artikel

Deze website maakt gebruik van cookies
We gebruiken cookies voor de werking van deze website, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Pas hieronder je voorkeuren aan en klik vervolgens op OK om akkoord te gaan met deze cookies.

Cookie settings