Verhaal

Voorkennis: “Stel je voor dat je op voorhand al informatie hebt waarmee je aan de slag kan”

In deze blogserie neemt een praktijkexpert uit de veiligheidsbranche ons mee in persoonlijke ervaringen waarbij data een belangrijke rol speelde. Hoe noodzakelijk was de uit data verkregen informatie voor de directe uitvoering van het werk? Welke belangrijke inzichten leverde het op om succesvol te kunnen handelen? En hoe voelde hij of zij zich gesterkt door die data? Met in deze aflevering de ervaringen van Robert du Pree, Teamleider bij de meldkamer Rotterdam en Calamiteiten Coördinator.

Verwachte leestijd: 6 minuten

De Meldkamer Rotterdam is een meldkamer met een van de grootste verzorgingsgebieden in Nederland. Ook wel ‘het kloppend hart’ van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond genoemd. Robert du Pree staat er als Teamleider en Calamiteiten Coördinator middenin. Robert vertelt: “Als calamiteiten coördinator heb ik een leidinggevende rol in het coördineren van hulp bij een opgeschaald incident. Dat betekent dat ik ervoor zorg dat alle informatie verdeeld wordt over de verschillende disciplines en voor iedereen gelijk is. Daarbij maak ik een informatiebeeld voor de hulpverleners die onderweg zijn”.

Informatie speelt een meer dan belangrijke rol in Roberts werkzaamheden. Of, zoals hij het zelf omschrijft: ‘Het is het enige dat telt’. “Informatie, in welke vorm dan ook, is leidend in ons werk. Dit kan mondeling zijn of via data uit systemen. Maar een landelijk systeem waarin alle informatie samenkomt is er eigenlijk nog niet echt. We gebruiken vrij vaak Google om te achterhalen welke informatie er beschikbaar is, bijvoorbeeld over de locatie of het object. Dat is best gek als je erover nadenkt. We moeten echt actief achter informatie aan en soms is data lastig boven water te krijgen. En wat gebeurt er dan negen van de tien keer? Je bent afhankelijk van de melder óf van de hulpverlener die ter plaatse is. En vergis je niet; voor iemand die midden in het veld staat, is het behoorlijk lastig om een juiste inschatting te maken. Het gevolg is dat je best vaak achter de feiten aanloopt, en dat is natuurlijk niet wenselijk!”

 “We gebruiken voornamelijk Google om te achterhalen welke informatie er beschikbaar is. Dat is best gek als je erover nadenkt”

Het gevolg van het ontbreken van informatie is dat je soms andere keuzes maakt, zo vertelt Robert. Met een goed voorbeeld uit de praktijk maakt hij dat inzichtelijk. “Ik denk aan de ontruiming van een pand, pas geleden. Op de kaart bleek het om niet zo’n heel groot pand te gaan, dus we calculeerden een x aantal te evacueren mensen in. Maar bij aankomst bleek er 3x zoveel man binnen te zitten in verband met een bijeenkomst. Het pand was dan misschien niet groot, maar de hoeveelheid mensen binnen zeker wel! Als je dan met een te klein clubje binnenkomt, besef je dat je eigenlijk te laat reageert. Hadden we die informatie op voorhand gehad, dan hadden we absoluut een andere beslissing genomen. Zo was er laatst een incident van een brand in een hotel, waarbij we wél op basis van informatie vooraf konden opschalen. We kregen namelijk door dat boven in het hotel heel veel mensen waren die de weg naar buiten niet wisten. Gelukkig kregen we die melding. Waren we daar pas op locatie achter gekomen, dan ben je zo zes minuten tijd kwijt om een tandje bij te zetten. En in geval van brand zijn dat zes hele waardevolle minuten”.

“Als we dit van tevoren hadden geweten… hadden we een hele andere beslissing genomen”

Als coördinator voelt Robert zich ook extra verantwoordelijk voor de mensen in het veld. Bij het nemen van beslissingen op basis van goede informatie, voelt hij zich logischerwijs meer gesterkt. “De veiligheid van de hulpverlener zelf staat altijd voorop. Als je op basis van meer achtergrondinformatie een bepaalde beslissing neemt, dan ben je veel minder aan het speculeren en kun je je keuzes ook goed onderbouwen. Sta je uiteindelijk ook sterker in je schoenen. Hoe mooi zou het zijn als je als coördinator veel meer data tot je beschikking hebt, waardoor je al in scenario kunt denken? Dat je op voorhand informatie hebt waarmee je aan de slag kan. En écht mee kunt denken?”

Volgens Robert zijn er twee dingen nodig om data beter te implementeren in de dagelijkse werkzaamheden. Allereerst door op een andere manier gebruik te maken van data die al voorhanden is. “Ik neem even het meteobeeld als voorbeeld. We weten natuurlijk allemaal waar we de informatie over het weer kunnen vinden, zoals windrichting en laaghangende bewolking. Maar we moeten wel zélf actief op zoek. Terwijl de informatie ook geïmplementeerd kan worden in een dashboard waarin álle informatie samenkomt. Dus weersomstandigheden, verwachtingen en patronen. Samen met allerlei andere informatie: bijvoorbeeld welke cruiseschepen onderweg zijn, of er grote groepen aanhang van een voetbalclub onderweg zijn naar de stad om ‘lol’ te trappen, ga zo maar door. Het gaat echt om informatie in de breedste zin van het woord, zodat we ons kunnen voorbereiden op de toekomst.” Het tweede punt dat Robert aandraagt is ‘realtime informatie’ die door iemand op afstand wordt verzameld, geïnterpreteerd en waaruit adviezen kunnen rollen. “Dat je puur gevoed wordt met informatie per locatie, per incident. Iemand die op basis van informatie het incident ontleedt en de hulpverlener in het veld vertelt waar rekening mee te houden: het is in dát pand, dat ziet er zó uit, over de omgeving is dít bekend, het is belangrijk voor díe partij en dít zijn mijn overwegingen. Je haalt daarmee een hoop druk weg bij degene die in ‘the heat of the moment’ allerlei ballen hoog moet zien te houden”.

“Het gaat echt om informatie in de breedste zin van het woord, zodat we ons kunnen voorbereiden op de toekomst ”

Voor wie denkt dat er op de meldkamer voldoende capaciteit is om die taak op zich te nemen: dat is vaak niet het geval. Vaak komen ook zij er in de hectiek niet aan toe en bovendien is er ook nog zoiets als: ‘wat je niet weet, dat zoek je ook niet’. ‘Aanreiken’ is dan ook het toverwoord. Robert licht dit toe met een ander concreet voorbeeld: “Zo kregen we een keer een melding van brand op een vaartuig genaamd de ‘Brandaris’, met een noemer erbij waardoor we dachten dat het om een klein aantal mensen zou gaan. We stonden al in de startblokken om er met een beperkt team naartoe te gaan. Toevallig zat hier een informatiespecialist die actief ging meedenken op informatieniveau. Hij zocht het schip op en riep ineens: ‘Hebben jullie niet door dat het om de Berenboot gaat!?’. Een eetgelegenheid hier in Rotterdam waar zeker zo’n 100 personen aan boord kunnen zitten. Een totaal andere indicatie dan we verwachtten. Tja, dan ga je ineens hele andere beslissingen nemen: opschalen, heli’s aansturen, noem het maar op. Stel dat er bij ieder incident zo’n informatiespecialist is die actief meedenkt: dat zou écht verschil maken!”

Dat Robert pleit voor een samenwerking tussen allerlei soorten diensten en organisaties om een snellere en betere hulpverlening tot stand te brengen, is duidelijk. “Dat brengt volgens mij twee grote voordelen met zich mee. Ten eerste kun je sneller en adequater handelen, waardoor slachtoffers en schade beperkt worden. Maar daarnaast kun je als organisatie ook veel sneller en dus efficiënter weer door na het incident. Een win-win voor iedereen!”

Deel dit artikel

Deze website maakt gebruik van cookies
We gebruiken cookies voor de werking van deze website, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Pas hieronder je voorkeuren aan en klik vervolgens op OK om akkoord te gaan met deze cookies.

Cookie settings