Verhaal

Datagedreven: beslissingsmomenten in ‘the heat of the moment’ met Officier van Dienst Robbert Heinecke

In deze blogserie maken we kennis met data-experts en hun kijk op de implementatie van data in de praktijk. Elke aflevering gaan we in gesprek met een data-professional uit de wereld van fysieke veiligheid. Hoe zien zij de toekomst van het werken met data in het werkveld? Welke kansen zijn er als het gaat om het slim samenbrengen van datastromen? En welke adviezen willen ze meegeven over het implementeren van data in de dagelijkse handelingen van hulpverleners? Met in deze aflevering de kijk van Robbert Heinecke, Officier van Dienst bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

Verwachte leestijd: 5 minuten

Als Officier van Dienst bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is Robbert Heinecke operationeel leidinggevende bij calamiteiten. In zijn rol geeft hij leiding aan de gehele groep bevelvoerders en manschappen tijdens een incident. Dit betekent ook dat hij zelf actief uitrukt bij calamiteiten en ter plaatse komt. “Met sirene en alarmlichten rijd ik die kant om en kleed ik me om: bluspak aan en helm op. En ineens ben je Officier van Dienst”. Robbert weet hierdoor als geen ander hoe het is om ‘in the heat of the moment’ beslissingen te moeten nemen.

Tel daarbij op zijn specialisme op het gebied van ICT & Innovatie, die hij in zijn bureaufunctie als Hoofd Bedrijfsinformatie & Inkoop en oprichter van Team Digitale Verkenning tot uitvoering brengt en je weet: deze man weet wat het belang van een intelligent informatiesysteem is. “Data is cruciaal. Bij een incident wil je zoveel mogelijk juiste informatie verzamelen, om zo efficiënter, adequater maar ook veiliger te kunnen optreden. Want zonder goede data kan je ook geen goede besluiten nemen. Neem bijvoorbeeld de Rotterdamse haven – daar is alles ‘groot, groter, grootst’. Als je daar een keuze moet maken in ‘links of rechts’, dan moet je dat wel goed onderbouwd doen. Doe je dat zonder achtergrondinformatie, dan kan het zomaar zijn dat een paar dorpen verderop alle ruiten eruit liggen. Zo groot kunnen die effecten zijn”.

“Zonder goede data kan je ook geen goede besluiten nemen.”

Je zou verwachten dat informatievoorziening op dit moment al gestroomlijnd verloopt. Maar niets is minder waar. Robbert heeft genoeg ervaringen waarbij het vooral op de hulpverleners ‘in het veld’ aankomt om de juiste informatie te verzamelen. “In de praktijk van incidenten moet je nu soms heel veel moeite ‘op straat’ doen om je informatie te verzamelen. Maar je moet ook snel schakelen en in een split second beslissingen nemen. Dat is natuurlijk heel lastig! ‘Gaan we wel of gaan we niet?’, ‘Gaan we naar links of naar rechts?’, ‘Gaan we wel redden of niet?’.

Ja, dat klinkt bijna hard, maar om zulke allesbepalende beslissingen gaat het. Soms kun je beter één man laten gaan en daarmee vier mensen sparen. Maar zo’n besluit kun je echt alleen maar gefundeerd nemen. Ondersteuning vanuit een centraal Intelligence Center zou daarbij heel helpend zijn. In het kwartier aanrijdtijd dat wij als Officier van Dienst hebben, kan op afstand al heel veel worden uitgezocht. Als je al die achtergrondinformatie snel tot je kan nemen, voel je je op locatie ook veel meer gesterkt in de knopen die je doorhakt”.

Doel van het Multi Intelligence Center (MIC) is te voorzien in deze ondersteuning. Zelf bouwt Robbert actief mee aan de informatiearchitectuur van het systeem. Een match made in heaven, want door zijn operationele rol in het veld weet hij als geen ander wat er nodig is. “Er moeten slimme dingen bedacht worden om de data ook echt tot zijn recht te laten komen. Zodat het gaat leveren wat je wil. Ook moeten zoveel mogelijk partners meedoen, denk aan Veiligheidsregio’s, Rijkswaterstaat, brandweer, politie, noem maar op. MIC als een landelijk initiatief dat ook een verbinding maakt tussen alle regio’s. Er is nu eigenlijk sprake van ‘allemaal eigen eilandjes’ – je kunt wel je informatie ophalen bij een ander, maar moet dat zelf doen. Met het MIC willen we een brug slaan tussen al die partijen. Dat bestaat nog helemaal niet. Ja, we hebben wel een centrale meldkamer, van waaruit diverse hulpdiensten kunnen worden aangestuurd, maar er is nog nergens een ‘groter eiland’ waar je jouw data brengt en dat van anderen kunt ophalen. Best suf eigenlijk! Met MIC maken we nu die stap vooruit”.

“Er moeten slimme dingen bedacht worden om alle data tot recht te laten komen.”

Hoe dat dan werkt in de praktijk? Volgens Robbert zit het hem er vooral in dat de data ‘tot leven moet komen’. Alle aangesloten partners leveren zelf hun – berekende – data aan en MIC gaat ermee aan de slag: “Door platte informatie te analyseren en van daaruit intelligentie te creëren. Daarmee kun je proactief handelen en gerichte voorstellen gaan doen. Ik zeg altijd maar: samen ben je sterker”. Een concreet voorbeeld heeft Robbert ook. “Stel dat Stedin zou meedoen en met het MIC deelt dat er een spanningsprobleem is… Op basis van die informatie én de informatie die vanuit de Veiligheidsregio al beschikbaar is, kunnen door MIC direct risico’s in kaart worden gebracht, bijvoorbeeld over kwetsbare objecten als het Erasmus Ziekenhuis of andere noodzakelijkheden. Want een stroomstoring kan tot stroomuitval leiden, waarop direct geacteerd moet worden; niet pas als het probleem zich al voordoet. En zijn er (te) veel risico’s, dan kun je zelfs besluiten direct proactief op te schalen naar multi-opschaling. En zo werkt het ook bij informatie over gevaarlijke stoffen, over onbekende dreiging, over gevoelige informatie van de politie, enzovoorts. Informatie die een andere partij niet per definitie heeft of kent, maar waar wel heel veel waarde aan hangt. Door al die informatie samen te voegen, neem je een ander soort besluiten. Meer onderlegd”.

“Op straat gebeurt het uiteindelijk. Dáár zie je het verschil.”

Met veel passie weet Robbert zijn verhaal te doen. En dat is mooi om te zien. “Het allermooiste zou zijn dat je naast het ontvangen van advies op afstand, ook zelf vanuit het veld het informatiesysteem kunt voeden. Zoals op verkenning gaan met onbemande systemen zoals drones en verkennings-/blusrobots. Want op straat, daar waar de mensen ‘met hun laarzen in de klei staan’, daar gebeurt het uiteindelijk. Dáár zie je ook het verschil.” Robbert hoopt dan ook dat alle regio’s binnen maximaal vijf jaar aansluiten. Sterker nog: daar gaat hij vanuit: “Wat je er dan voor terugkrijgt? Een efficiëntere crisisorganisatie. Daar is uiteindelijk niemand op tegen. Nooit”.

Tags: Blog

Deel dit artikel

Deze website maakt gebruik van cookies
We gebruiken cookies voor de werking van deze website, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Pas hieronder je voorkeuren aan en klik vervolgens op OK om akkoord te gaan met deze cookies.

Cookie settings